February 16, 2023

Welk trainingsprogramma en welke setting kies je voor jouw doelgroep? Bart Bongers vertelt!

Duurzame verandering van beweeggedrag is moeilijk, helemaal voor kwetsbare patiënten. Hoe kies je voor zo’n doelgroep de juiste trainingsparameters? En zou thuis trainen ook een optie zijn voor de kwetsbare doelgroep? Wij spraken Bart Bongers, medisch fysioloog aan de Universiteit Maastricht, over dit onderwerp en meer…

Als medisch fysioloog houdt Bart Bongers zich met name bezig met inspanningsdiagnostiek in de klinische setting. Bart aan het woord: “Ik kijk naar de fysieke fitheid van iemand, specifiek de cardiorespiratoire fitheid dat in de volksmond ook wel uithoudingsvermogen wordt genoemd. Dat is een hele belangrijke gezondheidsindicator, ook al heeft iemand een (chronische) aandoening. Als de fysieke fitheid van een persoon aan de lage kant is, gaan we op zoek naar waar dat vandaan komt. Wat beperkt iemand in zijn of haar inspanningscapaciteit? En vooral ook: hoe kunnen we met interventies zorgen voor een duurzame verbetering? Daar zijn verschillende mogelijkheden voor.”

Het uithoudingsvermogen kort uitgelegd

Wanneer we spreken over het uithoudingsvermogen dan hebben we het over de maximale zuurstofopnamecapaciteit van het lichaam. Je lichaam heeft zuurstof uit de buitenlucht nodig die uiteindelijk bij de actieve spieren terecht moet komen voor energieproductie in de mitochondriën. Alle tussenliggende orgaansystemen die van belang zijn om de zuurstof uit de buitenlucht tot in de mitochondriën te brengen zijn belangrijk voor een goed uithoudingsvermogen.

Wanneer er een schakel in deze keten niet goed functioneert, dan beperkt dat de zuurstofopnamecapaciteit van het lichaam. Denk bijvoorbeeld aan mensen met een longaandoening, hartaandoening, of bloedarmoede. Maar ook zonder aandoening kan er sprake zijn van een verminderde zuurstofopnamecapaciteit. Wanneer je ouder wordt, neemt automatisch ook de zuurstofopnamecapaciteit af. Dat verval is niet te voorkomen, maar wel te beperken. We weten dat dit kan door middel van meer bewegen en trainen, zeker bij ouderen en kwetsbare patiënten. Maar kies je dan voor duurtraining of intervaltraining voor deze kwetsbare groep? Bart legt de verschillen uit en vertelt hoe je die afweging kunt maken.

Duurtraining: effectief, maar ook traditioneel

“De richtlijn van 30 minuten of langer per dag matig intensief bewegen is alom bekend. Er is al heel veel onderzoek gedaan naar duurtraining en over de effectiviteit daarvan op het prestatievermogen en de gezondheid. Voor sommige mensen is duurtraining inderdaad een hele effectieve methode van bewegen, maar het blijkt dat dat echt niet voor iedereen de beste optie is. Het is geen one-size-fits-all”, geeft Bart Bongers aan.

Intervaltraining als alternatief

Intervaltraining is de laatste twee decennia in opkomst om als alternatieve trainingsvorm in te zetten. “Hoog-intensieve intervaltraining is vaak tijdsefficiënter, aangezien je door intensiever te trainen dezelfde effecten kunt bewerkstelligen. Daarnaast wordt het door mensen vaak als leuker ervaren door de afwisseling”. Voor intervaltraining zijn nog geen hele duidelijke richtlijnen, omdat er oneindig veel variatie in protocollen is. Maar het is zeker niet minder effectief. Het kan een goede trainingsvorm zijn om ook het uithoudingsvermogen te verbeteren.

Wanneer kies je welke vorm van training?

Welke trainingsvorm past nou het beste bij welke patiënt? Dat hangt af van verschillende factoren, legt Bart uit:

“Allereerst is het van belang om te bepalen of er een bepaald doel is voor de training. Is dat over het algemeen een gezondere leefstijl willen hebben, of is dat om bijvoorbeeld over vier weken fitter een operatie in te gaan? Om trainen voor langere tijd vol te houden is het natuurlijk vooral van belang dat mensen ook plezier hebben in het bewegen en trainen. Voor dat laatste kan ook gezorgd worden door te variëren in trainingsvormen.

Daarnaast kijk je naar de patiënt zelf. Heeft hij of zij een bepaalde aandoening waardoor duurtraining niet mogelijk is, zoals ernstige COPD? Dan zou intervaltraining wellicht een goed alternatief zijn. Of heeft een patiënt met kanker een operatie gepland staan waarvoor het goed zou zijn om fysiek fitter te worden? Dan is er vaak weinig tijd en kom je meer richting de intensievere trainingsvormen, waarbij je in korte tijd effectiever de zuurstofopnamecapaciteit verbetert dan bij een traditionele duurtraining.

Tot slot is de context waarin je een trainingsprogramma aanbiedt belangrijk om in het achterhoofd te houden. Vindt een patiënt het fijn om bij de fysiotherapeut in een groep te trainen? Of heeft de patiënt de voorkeur om thuis te trainen?”

Veilig thuis trainen voor kwetsbare patiënten

Vooral voor kwetsbare patiënten is professionele begeleiding bij een trainingsprogramma essentieel. Maar juist voor deze groep is het vaak een grote drempel om buiten de deur te bewegen. Sinds kort is er daarom Fit4Cure: een concept waarbij patiënten thuis een fietsergometer geplaatst krijgen, waarop een zorgprofessional thuis bij de patiënt, maar ook op afstand het trainingsprogramma kan monitoren en bijsturen.

Bart: “Het grote voordeel van thuistraining is dat je de sociale leefomgeving van een patiënt ook kunt betrekken. Zij zien dat het belangrijk is voor de patiënt om te trainen en zij kunnen dan helpen om patiënten te motiveren en ondersteunen om het vol te houden en om bijvoorbeeld twee dagen daarna weer een trainingssessie te starten. Daarnaast denk ik dat het makkelijker is, vooral voor kwetsbare ouderen, om meer bewegen duurzaam vol te houden wanneer mensen al in de eigen thuisomgeving getraind hebben. Dat is namelijk heel anders dan als je bij een fysiotherapeut in de praktijk traint, waar je zo’n 20 minuten in een hele andere context beweegt, en daarna weer teruggaat naar je eigen omgeving. Er is nog meer onderzoek nodig om te kijken wat het thuis trainen kan betekenen voor de lange termijn op factoren zoals beweeggedrag, fysieke fitheid en kwaliteit van leven. Mijn verwachting is dat dit in de nabije toekomst gaat gebeuren met de veranderingen die gaande zijn in de zorg en de aandacht voor een gezonde leefstijl.” 

Op eigen benen staan

“Het is heel mooi dat je met het Fit4Cure concept op een kwalitatief goede manier mensen thuis kan trainen, onder begeleiding van een fysiotherapeut. Daarnaast is het op die manier voor mensen makkelijker om regelmatige beweging zelf te continueren. Je kunt natuurlijk niet eeuwig blijven prevalideren of revalideren. Uiteindelijk moet een patiënt op zijn of haar eigen benen staan. Ik denk dat dat meer resultaat heeft als een patiënt in de thuissituatie getraind heeft,” aldus Bart Bongers.

LinkedIn
Email
Print